Sportletsels van de enkel

Algemeen

Jaarlijks vinden er in Nederland ongeveer 140.000 sportletsels van de enkel plaats. In de meeste gevallen treedt er een verzwikking op, met verrekking of het scheuren van de enkelbanden tot gevolg. Dit kan gepaard gaan met andere schade in de enkel, zoals kraakbeenbeschadiging of een peesletsel. In 20-50% ontstaat er chronische pijn en/of aanhoudende instabiliteit van de enkel na een sportletsel.

Oorzaken sportletsels van de enkel

  • Verzwikking
  • Val van grotere hoogte of een ongeluk
  • Direct trauma, zoals een schop tegen de enkel
  • Overbelasting
  • Verkeerde trainingsopbouw/-intensiteit/-techniek
  • Extra botje aan de achterzijde van de enkel (os trigonum)
  • ‘Voetballers-enkel’: als gevolg van sprongsporten en voortdurend contact van de bal met de voorzijde van de enkel kan er irritatieweefsel, of botaangroei ontstaan aan de voorzijde van de enkel.
  • Irritatie aan de achterzijde van de enkel bij een extra “botje” (os trigonum).

Er zijn enkele risicofactoren die de kans op een enkelletsel vergroten: hypermobiliteit, afwijkende stand van de voet of enkel (zoals een holvoet of platvoet), of een neurologische aandoening. 

Figuur 2 

Klachten

Acuut sportletsel:

  • Pijn
  • Zwelling
  • Bloeduitstorting
  • Moeite met belasten

Na verloop van tijd: 

  • Instabiliteit
  • Slotklachten
  • Pijn 
  • Moeite met bepaalde sporten

Niet-operatieve behandeling

  • Acute fase: rust, ijs, drukverband, krukken, hoog leggen
  • Gips
  • Fysiotherapie
  • Pijnstillers of ontstekingsremmers
  • Injectie
  • Tape of brace
  • Steunzolen
  • Aanpassen sport of activiteiten

Operatieve behandeling​

  • Kijkoperatie: verwijderen losse fragmenten, schoonmaken van de enkel en behandelen van kraakbeenafwijkingen.
  • Enkelbandstabilisatie: in het geval van instabiliteit.  Zie ook enkelinstabiliteit.
De operatie vindt plaats in dagbehandeling met een ruggenprik of onder algehele narcose, eventueel in combinatie met een zenuwblokkade. U mag zelf uw voorkeur vooraf met de anesthesist bespreken. U krijgt daarbij voorafgaand aan de ingreep een antibioticum toegediend, om een mogelijke infectie tegen te gaan. Tijdens de operatie wordt er een bloedleegteband om uw bovenbeen/onderbeen gelegd. Deze zorgt ervoor dat het bloed uit uw been weggehouden wordt, zodat het operatiegebied zo goed mogelijk bekeken kan worden. 

Nabehandeling

Deze hangt af van de gekozen techniek de eventuele aanvullende behandeling die is toegepast. Meestal dient er enkele dagen met krukken onbelast gemobiliseerd te worden, waarna er opbouwend belast kan worden (zo nodig met fysiotherapie). Indien er een uitgebreidere behandeling is toegepast (kraakbeen of pees), is het soms noodzakelijk om langer met krukken te belasten. Soms wordt er gips toegepast.

Mogelijke complicaties

  • Wondinfectie
  • Vertraagde wondgenezing
  • Zenuwschade (restpijn of verminderd gevoel)
  • Nabloeding
  • Zwelling
  • Dystrofie
  • Trombosebeen

Bergman Clinics

Takkebijsters 5a
4817 BL Breda​

088-9000500

ma-vr 08:00-17:00u

Gespecialiseerd in enkel & voet is:

dr.
Joost Schrier

drs.
Sander Schouten