Holvoet
Algemeen
De voet heeft een gewelf aan de binnenzijde, dat met name zorgt voor de afwikkeling en schokdemping. Sommige mensen hebben een hogere wreef, waarbij mogelijk ook de achtervoet scheef (varus) kan staan. Hierdoor loopt men voornamelijk op de zijkant van de voet. Dit wordt ook wel een holvoet genoemd.
Oorzaken holvoet
- 60% wordt verklaard door een neurologische aandoening (zenuwprobleem), zoals HMSN
- Erfelijk/aangeboren
- Trauma (brandwonden/breuken met spierschade)
Vaak is er echter niet een duidelijke oorzaak aan te wijzen.
Holvoet. Lijn door sprongbeen loopt niet parallel aan lijn door eerste middenvoetsbeentje.
Klachten
Veel mensen hebben alleen een standsafwijking maar geen klachten. Indien er wel klachten zijn, dan kunnen deze bestaan uit:
- Pijn aan voet/enkel
- Instabiliteit
- Moeite met lopen
- Pasprobleem schoenen
- Standsafwijkingen voet/enkel/tenen
- Eeltvorming
Niet-operatieve behandeling
- Fysiotherapie: rekoefeningen kuitspieren met spierversterkende oefeningen
- Steunzolen
- Enkelbrace
- Schoenaanpassing, orthopedisch maatschoeisel
Operatieve behandeling
- Oprichten van de grote teen
- Correctie hielbeen
-
Vastzetten van 2 of 3 gewrichten in de achtervoet (dubbel/ triple arthrodese) De operatie vindt plaats in dagbehandeling met een ruggenprik of onder algehele narcose, eventueel in combinatie met een zenuwblokkade. U mag zelf uw voorkeur vooraf met de anesthesist bespreken. U krijgt daarbij voorafgaand aan de ingreep een antibioticum toegediend, om een mogelijke infectie tegen te gaan. Tijdens de operatie wordt er een bloedleegteband om uw bovenbeen/onderbeen gelegd. Deze zorgt ervoor dat het bloed uit uw been weggehouden wordt, zodat het operatiegebied zo goed mogelijk bekeken kan worden.
Nabehandeling
De nabehandeling hangt af van de ingreep die is verricht. Over het algemeen dient een standscorrectie van de achtervoet zo’n zes tot twaalf weken met gips te worden behandeld. Gedurende de periode dat de voet niet belast mag worden, krijgt u bloedverdunners om een trombosebeen te voorkomen. Na de gipsperiode dient u dan opbouwend te gaan oefenen, waarbij in sommige gevallen fysiotherapie noodzakelijk is. Het herstel kan zes tot twaalf maanden duren. Sommige patiënten hebben daarna echter alsnog aangepast orthopedisch schoeisel nodig.
Mogelijke complicaties
- Wondinfectie
- Vertraagde wondgenezing
- Nabloeding
- Zenuwschade (restpijn of verminderd gevoel)
- Zwelling
- Dystrofie
- Trombosebeen
- Restklachten
- Niet optimale stand
- Het niet vastgroeien van het bot/gewricht
- Klachten van de schroeven/plaat